Aan: de Algemene Vergadering van Eindhoven Airport N.V.
Wij hebben de jaarrekening 2023 van Eindhoven Airport N.V. te Eindhoven gecontroleerd.
Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Eindhoven Airport N.V. per 31 december 2023 en van het resultaat over 2023 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
De jaarrekening bestaat uit:
de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2023;
de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2023;
het geconsolideerde kasstroomoverzicht over 2023; en
de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening'.
Wij zijn onafhankelijk van Eindhoven Airport N.V. zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Wij hebben onze controlewerkzaamheden bepaald in het kader van de controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. Onderstaande informatie ter ondersteuning van ons oordeel en onze bevindingen moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies.
Controleaanpak frauderisico's
Wij verwijzen naar de paragraaf “Risicobeheersing” van het bestuursverslag, waarin de directie haar frauderisicoanalyse heeft opgenomen en naar het hoofdstuk “Toezicht”, paragraaf “Risicomanagement” in het jaarverslag waarin de Raad van Commissarissen op deze risicoanalyse reflecteert.
Als onderdeel van ons proces voor het identificeren van risico’s op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening die het gevolg is van fraude, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, oneigenlijke toe-eigening van activa en omkoping en corruptie. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormden voor de aanwezigheid van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude. Wij hebben onderstaand frauderisico geïdentificeerd.
Frauderisico: Het doorbreken van de interne beheersingsmaatregelen door de directie
Van nature bevindt de directie zich in een unieke situatie om fraude te plegen door de mogelijkheid het proces van financiële verslaggeving en resultaten te manipuleren door middel van het doorbreken van de interne beheersing die anderszins effectief lijkt te werken.
Vanuit belangen van gebruikers van het jaarverslag zou bij de directie druk kunnen bestaan om de interne beheersingsmaatregelen te doorbreken met het oog op het behalen van bepaalde targets.
Wij hebben bijzondere aandacht gehad voor dit risico op het gebied van:
het vastleggen van journaalboekingen en andere aanpassingen gedurende het jaar, alsmede in het kader van het opstellen van de financiële overzichten;
belangrijke schattingen van de directie, zoals de gehanteerde veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de waardering van de vastgoedbeleggingen;
significante transacties buiten de normale bedrijfsvoering.
Onze specifieke controleaanpak
Wij hebben getoetst of de in de financiële administratie vastgelegde journaalposten en andere aanpassingen die tijdens het opstellen van de consolidatie en de jaarrekening zijn aangebracht aanvaardbaar zijn.
Hiervoor hebben wij de volgende criteria toegepast: het beoordelen van journaalposten met niet-regulier voorkomende combinaties van grootboekrekeningen, journaalposten met niet-reguliere omschrijvingen en journaalposten gemaakt in het proces van opstellen van de jaarrekening. Indien wij hieruit niet-reguliere journaalposten of andere risico’s identificeerden, hebben we aanvullende controlewerkzaamheden uitgevoerd, waaronder het herleiden van journaalposten en gebeurtenissen naar de broninformatie. De uitkomsten hiervan hebben wij tevens met de directie besproken.
Wij hebben ook indicaties voor mogelijke significante transacties buiten de normale bedrijfsvoering getoetst door middel van het controleren van journaalposten en uitgaande betalingen.
Met betrekking tot de gehanteerde veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de waardering van de vastgoedbeleggingen hebben wij de oordeelsvormingen en beslissingen van de directie beoordeeld en inhoudelijk getoetst.
Aanvullend daarop hebben wij:
kennis genomen van de beschikbare controle-informatie, waaronder notulen van vergaderingen van de directie en de Raad van Commissarissen en interne vastleggingen aangevuld met externe bescheiden ten behoeve van hiervoor genoemde notulen;
inlichtingen ingewonnen bij leden van de directie, de afdeling Legal & Corporate Affairs en de Raad van Commissarissen;
kennis genomen van de verklaring van de directie dat het systeem van risicobeheersing en interne controle afdoende zekerheid biedt, dat de financiële verslaglegging geen onjuistheden van materieel belang bevat en dat deze systemen in het verslagjaar naar behoren hebben gewerkt;
de gedragscode, het compliance-beleid en de (interne) meldprocedure doorgenomen en vastgesteld dat deze beschikbaar zijn gesteld aan medewerkers en leveranciers;
inzicht verkregen in de nevenfuncties van het management en de commissarissen waarbij we speciale aandacht hebben besteed aan mogelijk conflicterende belangen;
geëvalueerd of de keuze en toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving door de entiteit mogelijk een signaal zouden kunnen vormen voor frauduleuze financiële verslaggeving;
het uitvoeren van risicogerichte data-analyse op uitgaande betalingen, waarbij wij middels kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken niet-reguliere of risicovolle betalingen hebben geselecteerd. Deze hebben wij vervolgens getoetst aan de hand van brondocumentatie.
Ons oordeel
De hiervoor vermelde werkzaamheden zijn uitgevoerd in het kader van de controle van de jaarrekening. Ze zijn daarom niet gepland en uitgevoerd als een specifiek onderzoek gericht op fraude. Deze werkzaamheden hebben niet geleid tot bevindingen.
Controleaanpak continuïteit
Zoals opgenomen onder ‘Continuïteit’ in de toelichting van de jaarrekening heeft de directie de jaarrekening opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Op grond van de behaalde resultaten in het boekjaar en de financiële positie op balansdatum, hebben wij geen verhoogd continuïteitsrisico geïdentificeerd bij onze controle.
Onze specifieke controleaanpak
Om tot een conclusie te komen over de geschiktheid van de door de directie verrichte continuïteitsbeoordeling hebben wij onder meer de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
Het kennis nemen van de beschikbare controle-informatie, waaronder notulen van vergaderingen van de directie en de Raad van Commissarissen en interne vastleggingen aangevuld met externe bescheiden ten behoeve van hiervoor genoemde notulen;
Het inwinnen van inlichtingen bij leden van de directie, de afdeling Legal & Corporate Affairs en de Raad van Commissarissen.
Het beoordelen van het tactisch plan 2024-2028 met daarin de over die jaren opgenomen geprognosticeerde resultaten.
Het doornemen van tussentijdse resultaten en notulen van de directie alsmede van de Raad van Commissarissen, welke beschikbaar zijn gekomen tussen balansdatum en datum van opmaak van de jaarrekening.
Onze bevindingen
Wij hebben vastgesteld dat de kasstroomprognoses en meerjarenbegrotingen zijn opgesteld met de veronderstellingen dat een natuurvergunning zal worden verkregen. Het verkrijgen hiervan betreft een onzekerheid op het moment dat de jaarrekening is opgemaakt.
Ons oordeel
Uit onze controlewerkzaamheden volgden geen signalen dat de door de directie gehanteerde continuïteitsveronderstelling bij het opmaken van de jaarrekening niet terecht zou zijn.
Benadrukking van onzekerheid ten aanzien van de natuurvergunning
Wij vestigen de aandacht op het onderdeel Natuurvergunning in het bestuursverslag op pagina 41 van het jaarverslag, waarin de onzekerheid ten aanzien van het ontbreken van de natuurvergunning vanuit de Wet Natuurbescherming staat beschreven. Ons oordeel is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:
het bestuursverslag;
het verslag van de Raad van Commissarissen;
de overige gegevens.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist voor het bestuursverslag en de overige gegevens.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
De directie is verantwoordelijk voor het opstellen van het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
De directie is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is de directie verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de directie noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet de directie afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet de directie de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de directie het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.
De directie moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de vennootschap.
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
het identificeren en inschatten van de risico's dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico's bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit;
het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de directie en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
het vaststellen dat de door de directie gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven;
het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en
het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was.
Wij communiceren met de met governance belaste personen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Eindhoven, 13 maart 2024
Mazars Accountants N.V.
J.A. Viskil RA
Artikel 30A van de statuten regelt de winstbestemming. Een samenvatting daarvan luidt als volgt:
Uit de winst van het boekjaar wordt allereerst, zo mogelijk, op de cumulatief preferente aan-delen uitgekeerd tien procent over het op deze aandelen gestorte bedrag. Indien de winst in enig jaar de in de vorige zin bedoelde uitkering niet of niet volledig toelaat, wordt aan de houders van cumulatief preferente aandelen het tekort ten laste van de winst van volgende jaren uitgekeerd.
a. Indien en voor zover het eigen vermogen minder dan 40 procent van het balanstotaal vertegenwoordigt of zal gaan vertegenwoordigen, is de algemene vergadering bevoegd te besluiten tot - voor zover mogelijk - een adequate reservering; b. Uit de na toepassing van lid 1 en lid 2 sub a overblijvende winst kan bij besluit van de algemene vergadering worden gereserveerd op voorstel van de Raad van Commissarissen.
Van de na toepassing van lid 1 en, voor zover van toepassing, de na toepassing van lid 2 alsdan overblijvende winst wordt door de algemene vergadering als dividend uitgekeerd: a) Aan de gemeente Eindhoven en de provincie Noord-Brabant, als houders van gewone aandelen, gezamenlijk en naar rato van ieders nominale bedrag aan gewone aandelen, een bedrag gelijk aan het bedrag dat in lid 1 eerste volzin van dit artikel aan Schiphol Nederland B.V. (S.N.B.V.) als preferent dividend is uitgekeerd; b) Aan S.N.B.V. als houder van gewone aandelen, een naar rato van haar nominale bedrag aan gewone aandelen evenredig gedeelte van het bedrag dat op grond van het onder a. bepaalde wordt uitgekeerd op de overige gewone aandelen.
De alsdan overblijvende winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. Uitkeringen uit hoofde van dit lid geschieden aan alle houders van gewone aandelen en alle houders van cumulatief preferente aandelen naar evenredigheid van hun nominale aandelenbezit.
In aanvulling op de statuten is in 2020 een nieuw dividendbeleid in werking getreden waarbij 30% van de winst na belastingen (exclusief waardeveranderingen in vastgoedbeleggingen) wordt uitgekeerd als dividend.